De toelatingscommissie van de Filmacademie vond dat ik na 3 pogingen een kans moest krijgen omdat ik mij als enige van de kandidaten video als uitgangspunt nam (filmacademiestudenten beschouwden video als de Action en film als kunst). Zodoende kreeg ik als eerstejaars student, het basisjaar, al direct te maken met wanhopige 3e en 4e jaars studenten die budgetgedwongen hun dramaproject op video moesten afwerken. De vorige specialist was dat jaar weggekocht door een obscuur montagebedrijf (en nu waarschijnlijk miljardair).
De school had van Philips 2 BCN machines gekregen, als completering van de studio setup (3xLDK44, Grass Valley 100). Ik was de enige leerling die met die bakken aan de gang mocht. Ik heb er later nog heel veel mee gewerkt, maar op dit moment (1983) gebeurde het natuurlijk dat er een zwabberend beeld op de monitor verscheen, zoals professor Zonebloem in Kuifje het voor elkaar kreeg SHIMMY beelden te reproduceren.
Een telefoontje naar Philips leerde dan dat ik de onderste printplaten, twee specifieke units, er uit moest trekken, die op de vloer moest stampen en weer moest terugplaatsen. Warempel, het werkte!